INLOGGEN


NAAR DE KERK

Het is zaterdagmorgen, 5 minuten voor 10. Tijd om naar de wekelijkse samenkomst te gaan. Het is midden in de moessontijd, dus paraplu mee want je weet maar nooit, en anders kan je hem ook nog tegen de zonneschijn gebruiken. Een regenjas is niet nodig, want daar is het veel te warm voor. Wel een paar degelijke sandalen aan die tegen een beetje vocht kunnen.

De samenkomstruimte is een betonnen gebouw, een stuk moderner vergeleken bij een paar jaar geleden. Die ruimte toen was veel kleiner (te klein!) en veel primitiever van constructie. Het was toen nog deels een traditioneel gebouwde ruimte. Lemen muren, lemen vloer, wel ramen maar geen glas erin. Alleen het dak was niet traditioneel, zinken golfplaten, daardoor gedroeg de ruimte zich in de warme periode als een soort braadoven. Maar je zat er droog. Met een beetje goede wil lukte het toch nog wel om er een kleine 200 man in te krijgen. Maar dan zat het wel echt helemaal vol.

Een paar jaar geleden is deze nieuwe ruimte gebouwd. Hier moeten minstens twee maal zoveel mensen in kunnen. Betonnen vloer, betonnen dak en gemetselde muren, een degelijke constructie. Ook meer moderne verworvenheden, zoals plafond ventilatoren, voldoende verlichting (als er elektriciteit is) en zelfs een (primitieve) geluidsinstallatie.

Om 10 uur komen we bij het gebouw aan. Het is nog niet erg druk, slechts enkele tientallen mensen zijn op dat moment aanwezig. De ingang is overdekt en voor je naar binnen gaat staan er een aantal keurige bamboerekken, waar de schoenen in opgeborgen kunnen worden. Dat was in de oude situatie wel even anders: alle schoenen en sandalen lagen toen op een hoop voor de ingang.

De voorganger staat samen met een van zijn medewerkers bij de ingang en begroet ieder die aankomt: Dzjai Massie (leve de Messias). Dat is de gebruikelijke groet onder de christenen. Mooi hè!

Nadat we onze schoenen uitgedaan hebben, gaan we op onze blote voeten of op sokken, maar dat hebben de meeste mensen in deze tijd van het jaar niet aan, als ze sowieso al over sokken beschikken (…) naar binnen. Bij binnenkomst valt er al gelijk iets op: waar zijn de stoelen??? En ook: de mannen en vrouwen zitten gescheiden, mannen rechts en vrouwen links. Op de vloer ligt overal vloerbedekking en nu wordt ook duidelijk waarom de schoenen uit moesten, de aanwezigen zitten op de grond. En op de grond zitten is niet erg fris als je al het straatvuil mee naar binnen loopt. Toch zie ik iemand met schoenen aan naar binnen gaan, maar dat leg ik later wel uit.

Eenmaal binnen blijkt, dat er toch een paar zitplaatsen zijn op stoelen of banken. Tegen de achtermuur van de kerkzaal zijn wat banken en stoelen neergezet. Kennelijk voor oude stramme “bidessies” (buitenlanders) zoals ik. Maar ik zie dat die plaatsen aan de mannenkant al bezet zijn, meest door mensen die om de een of andere reden moeilijk op de grond kunnen zitten. Ik zoek zelf een plekje tegen de zijmuur, dan heb ik toch wat steun in de rug. Dat heb ik wel nodig, want twee uur of langer zo op de grond zitten valt voor mij niet mee.

Inmiddels zijn er al meer mensen binnengekomen en is de zangdienst begonnen. Links naast me zit een ex-lepra patiënt met zijn kleine dochtertje. Het kleintje valt al snel half tegen me aan in slaap. Het gezin waartoe ze behoren heeft het zo te zien niet zo breed en ook zijn de gevolgen van deze nare ziekte duidelijk te zien aan deze man. Aan zijn rechterhand heeft hij alleen nog maar een duim en aan zijn linkerhand alleen stompjes. Toch redt hij zich er goed mee. Later als de preek gehouden wordt, houdt hij zelfs aantekeningen daarvan bij, met zijn potlood tussen zijn twee handen geklemd. Onder het zingen klapt hij enthousiast met zijn stompjes. Veel geluid komt daar niet van, maar ik denk dat dit voor God als muziek in Zijn oren moet klinken.

Aan de andere kant zijn inmiddels twee mannen van middelbare leeftijd neergestreken, beiden wat onwennig. Ze zijn kennelijk voor de eerste keer hier.

Na het zingen van een aantal liederen wordt door één van de diakenen de mededelingen gedaan. Dat duurt totaal ruim 20 minuten, waarin hij en passant ook nog een getuigenis geeft van wat hij de afgelopen week heeft meegemaakt met zijn dochtertje. Ik versta daar natuurlijk nog niet veel van, 4 weken taalstudie is daar nog niet genoeg voor. Ook vraagt hij nieuwe mensen om even te gaan staan en hun naam te zeggen. Een stuk of acht mensen geven daar gehoor aan, hele jonge kinderen, maar ook ouderen die daar voor het eerst zijn. Meestal mensen, die de Here Jezus nog niet kennen. Elke week zijn er zo wel 5 tot 10 nieuwe gezichten!

De mannen naast me reageren niet op de oproep, ze zingen ook niet mee, vreemd.

Na dit alles wordt er gezamenlijk gebeden, hardop, een tijd van aanbidding. Een kakofonie van geluiden stijgt op, maar tegelijkertijd is er ook sprake van een harmonie. De mannen naast me doen weer niet mee. Dit alles duurt al gauw een minuut of vijf. Nadat het afgesloten is met een lied kan de prediking beginnen. Het is elf uur. De twee mannen naast me verdwijnen plotseling, ik heb ze niet meer terug gezien. Zouden het leden van de geheime politie geweest zijn? Dat komt hier de laatste paar jaar wel vaker voor. Ze onderzoeken vooral of buitenlanders, de ‘bidessies’, ook bij de diensten betrokken zijn. Als dat zo is, zijn ze op precies het juiste moment weggegaan. Een minuut na hun vertrek wordt de spreker van die ochtend naar voren geroepen, een bidessie! Eén van de werkers van de International Nepal Fellowship spreekt die morgen. Is dat niet frappant! God zorgt voor zijn kinderen!

Preken kunnen hier voor veel mensen niet lang genoeg duren. En ondanks het feit, dat de voordienst meestal keurig om elf uur is afgelopen, wordt de dienst nooit voor twaalf uur beëindig. Niemand lijkt zich daarom te bekommeren en de meesten zitten heel geïnteresseerd tot het einde toe te luisteren. Heel wat maken ook aantekeningen van wat ze horen. Zo loopt de dienst langzaam maar zeker naar het einde.

Oh ja, de man met zijn schoenen aan zou ik bijna vergeten. Ook hij is een ex-lepra patiënt. Bij hem zijn vooral zijn voeten aangetast en hij moet hierdoor een groot deel van zijn voorvoet missen aan beide benen. En die voorvoet hebben we echt nodig om goed stevig te kunnen staan en lopen. Om die reden is er voor hem speciaal schoeisel gemaakt in het lepra ziekenhuis. Daarom hoeft hij zijn schoenen niet uit te doen. Hij kan er zich zich goed mee redden en is ook duidelijk een blij christen.

De meeste mensen zijn niet echt uitbundig bij het zingen, want ze zingen wel vanuit een diepe innerlijke blijdschap, voor wat de Here Jezus in hun leven heeft gedaan. Het doet me goed om dat te zien.

Na afloop van de dienst blijven er nog veel voor het kerkgebouw hangen. Het is droog, dus het kan. Eerst na het naar buitengaan je eigen schoenen in het rek zoeken en aantrekken. Zo is deze Nepalese samenkomst tot een eind gekomen.

Jan Smit - 1998