GEOGRAFIE
Nepal wordt ook wel het dak van de wereld genoemd en ligt ingeklemd tussen China en India. Op de breuklijn van het Zuid-Aziatisch subcontinent en de grote landmassa van Eurazië zijn vinden we in Nepal de hoogste bergen ter wereld. Bergen die nog steeds (langzaam) door groeien!
Nepal ligt over het midden van de gehele Himalaya-bergketen, over een lengte van over de 800 kilometer, van west naar oost. Van noord naar zuid meet het land hier en daar onder de 200 kilometer in doorsnee. In het noorden liggen de hoogste pieken ter aarde – in het zuiden ligt de laagvlakte van de heilige rivier de Ganges, op slechts 100-200 meter boven zeeniveau. In het zuiden is het in de zomer over de veertig graden Celsius, in het noorden ligt de eeuwige sneeuw. Daar vallen ook in de meeste valleien ‘s winters dikke pakken sneeuw. In het zuiden worden de laatste bedreigde natuurgebieden bevolkt door de grootste tijgers op aarde, neushoorns en krokodillen, in het noorden huizen de yaks, exotische blauwe Himalaya-geiten, en: de mysterieuze sneeuwluipaard.
DEMOGRAFIE
Nepal is een bergland dat hoog is in het noorden en laag in het zuiden. In het zuiden grenst het aan de Gangesvlakte, het stroomgebied van de ‘heilige’ rivier en dus aan India. In het noorden grenst Nepal aan Tibet – Tibet maakt tegenwoordig deel uit van China, China beschouwt Tibet als provincie.
In Nepal wonen een groot aantal verschillende bevolkingsgroepen. Ze spreken allemaal verschillende talen en hebben verschillende gebruiken. Nepal, in zijn huidige vorm, bestaat pas een tweehonderdvijftig jaar. Het is nooit een kolonie geweest, dat niet, maar het bestond vroeger uit een enorm aantal kleine koninkrijkjes. Deze kleine staatjes zijn verenigd door Prithvi Narayan Shah, de eerste koning van het huis van de Shahs – de ‘vader des vaderlands’ voor Nepal. Hij zei: Nepal is een bloementuin met 36 stammen en 4 kasten. Oftewel, hij dacht dat er 36 verschillende bevolkingsgroepen waren. De 4 ‘kasten’ zijn de hindoeïstische kasten.
Van oudsher kent Nepal (officieel) geen kastensysteem. De praktijk is helaas anders. Oorspronkelijk werd Nepal bevolkt door mensen van Tibetaanse afkomst die talen spraken (en spreken) die verwant zijn aan het Tibetaans en Burmees. Deze mensen wonen nog steeds in Nepal, en vormen misschien wel de meerderheid – al spreken ze niet allemaal meer hun oorspronkelijke talen. Deze mensen zijn de Rai (vooral Oost-Nepal), de Magars (Centraal en West-Nepal), de Tamang (Centraal Nepal), de Gurung (West Nepal), de Newar (overal door het land, maar vooral de Kathmandu-vallei), de Sherpas (rond Mount Everest) en vele, vele anderen.
Zo was het oorspronkelijk, maar in de loop der eeuwen, al van voor het begin van onze jaartelling, zijn van het zuiden uit mensen van Indo-Ariaanse afkomst bezig Nepal binnen te stromen. Dat is een proces dat eigenlijk nog steeds aan de gang is. Deze mensen spreken Indo-Ariaanse talen (verwant aan de Europese talen), en worden vooral gevonden in de zuidelijke streken van Nepal. Dit zijn de dominante Bahuns, de Chetri’s (deze groepen vooral zijn de dragers van de Hindoe-cultuur en godsdienst), en verder de Bhojpuri, de Awadhi, de Urdu-sprekers (uit Pakistan), de Maithili, en zo voort. Ook de Tharu (een grote bevolkingsgroep in het zuid-westen) spreken een verwante taal, maar waar die vandaan komen weet niemand met zekerheid.